De diamantduif komt oorspronkelijk uit Australië. Diamantduiven komen voor in licht beboste, droge en halfdroge graslanden met in de omgeving een betrouwbare waterbron. Hij houdt van zon en van het zoeken naar voedsel op de grond.

De diamantduif is vernoemd naar zijn uiterlijk. Hij heeft grijs-blauwe vleugels met spikkeltjes, die lijken op diamanten. Het kopje is lichtgrijs, hij heeft een rode ring om zijn ogen en de staart is donkerder van kleur. Het mannetje en vrouwtje kun je alleen tijdens de balts (paringsdans) onderscheiden, omdat het mannetje dan zijn staart spreidt en het vrouwtje niet.

Een diamantduif maakt nesten in lage struiken en bomen van vlechtwerk van takjes en gras. Hierdoor zijn de nesten erg kwetsbaar. Ze leggen 2 eieren per legsel, die na 14 dagen uitkomen. De jongen zijn na 2 weken groot en vliegen uit.

Oorsprong: Australië

20 cm lang

Op één na kleinste duivensoort ter wereld

Legt 2 eieren per legsel

Broedt eieren in 14 dagen uit